HCM

HCM: Feline Hypertrophic Cardiomyopathie

Onze katten worden door Hanneke van Meeuwen van dierenkliniek Eersel getest op HCM en PKD via echo. Alle uitslagen zijn terug te vinden in

 

Hypertrofische Cardiomyopathie (HCM) bij de kat

 

Inleiding Hypertrofische cardiomyopathie (HCM) is de meest voorkomende verkregen hartziekte bij de kat. HCM is een spierziekte (myopathie) van het hart (cardio) die gekenmerkt wordt door een sterke verdikking (hypertrofie) van de spierwand van linker en rechter kamer. HCM heeft een genetische basis, maar komt pas op latere leeftijd tot uiting, daarom spreken we van een verkregen hartziekte. Een kat wordt dus geboren met een genetische aanleg voor HCM maar óf, wanneer en in welke mate de kat HCM ontwikkelt is van vele andere factoren afhankelijk. HCM is een erfelijke ziekte en komt even vaak voor bij katers als bij poezen. Dierenartsen hebben de indruk dat de ziekte steeds vaker voorkomt in misschien wel 5-10% van alle katten.

Welke gevolgen heeft HCM in het hart? De spierwand van de linker kamer (het belangrijkste pompgedeelte van het hart) is gemiddeld 4 mm dik. Deze spierwanddikte kan bij katten met HCM wel toenemen tot 8-10 mm! De verdikking van de wand gaat ten koste van de ruimte binnen in het hart. Er is daardoor minder ruimte voor bloed binnen het hart en per hartslag kan er minder bloed worden weggepompt. Bovendien is een dikke hartspierwand erg stug. Het vullen van de kamers vanuit de boezems zal door de stugheid en het verlies aan ruimte steeds moeizamer verlopen. De boezems kunnen het bloed minder goed kwijt en de druk in de boezems zal stijgen. De boezems zullen daardoor oprekken. Op een gegeven moment is de grootte van en de druk binnen de boezems zodanig dat de daarop aangesloten bloedvaten (de longader en de onderste holle ader naar de buik) ook uitrekken. Uiteindelijk kan er vocht ophopen in longen, borstkas en/of buik. Naast problemen met de vulling van het hart, is er soms ook sprake van problemen met het legen van het hart. Door de vormveranderingen in het hart kan de uitgang naar de aorta (of de longslagader) soms vernauwen, waardoor de uitstroom van bloed belemmerd wordt (obstructieve vorm van HCM). Bovendien kan de klep tussen linker boezem en kamer opengetrokken worden en gaan lekken.

Symptomen Als er sprake is van een geringe verdikking van de hartspier, dan zal dit nauwelijks gevolgen hebben voor de kat in rust. In situaties waarbij veel bloed rondgepompt moet worden (inspanning, stress) komt de kat in de problemen omdat het hart niet aan de vraag van het lichaam kan voldoen. In een sterk verdikte hartspier en in een uitgerekte wand van de hartspier kan abnormale geleiding van de stroom die het hartritme bepaalt plaatsvinden. Hartritmestoornissen kunnen leiden tot sloomheid of zelfs plotse dood. Bloed wat langzaam stroomt in een sterk uitgerekte boezem kan klonteren en bloedstolsels vormen. Zo’n stolsel wat in het hart ontstaat kan uit het hart worden gepompt en vastlopen in de bloedvaten naar de achterpoten, waardoor acute verlammingsverschijnselen optreden. Is er in een later stadium sprake van uittreden van vocht in longen, borstkas of buik, dan valt op dat de kat erg benauwd, sloom en ziek is.

Diagnose De eerste verschijnselen van HCM uiten zich meestal in het 2e tot 6e levensjaar. Eerder of later kan ook. Katten weten zich in eerste instantie meestal goed aan een minder goed functionerend hart aan te passen door zich rustig te houden, meer te slapen en stress te vermijden. Het is voor een eigenaar bijna onmogelijk om deze fase van HCM te herkennen. Deze fase noemen we asymptomatisch of occult. De observatie van een hartruis of een hartritmestoornis tijdens een bezoek aan de dierenarts kan een eerste aanwijzing zijn voor de aanwezigheid van HCM. In een later stadium valt soms op te merken dat de kat sloom wordt, zich slecht verzorgt, snel en moeizaam ademt, slechte eetlust heeft en vermagert. De kat ondervindt duidelijk nadelige gevolgen van de hartziekte en daarom spreken we van hartfalen. Acute verlamming van de achterpoten of plotse dood is in enkele gevallen de eerste aanwijzing dat er sprake was van HCM.

 

Verdikking van de hartspierwand van de linker kamer Op grond van het verhaal van de eigenaar en het lichamelijk onderzoek door de dierenarts kan de aanwezigheid van HCM in een aantal gevallen worden vermoed. De definitieve diagnose wordt gesteld door middel van echocardiografisch onderzoek van het hart, waarbij grootte, vorm en functie van het hart worden beoordeeld. Met behulp van een electrocardiogram kunnen hartritmestoornissen gekarakteriseerd worden. Röntgenfoto’s van de borstkas dienen om de aanwezigheid van vocht in longen en borstkas vast te stellen. Er bestaat een DNA-test om de aanleg van 1 bepaalde vorm van HCM te testen. Is deze test positief dan wil dat zeggen dat het betreffende dier erfelijk belast is om HCM te krijgen. Of het dier op enig moment de ziekte ontwikkelt, is met de DNA-test niet vast te stellen, dat kan alleen met echocardiografie. Een negatieve test wil zeggen dat het dier de genetische basis voor 1 vorm van HCM niet heeft. Dit wil niet zeggen dat het dier nooit HCM zal krijgen, omdat er meerdere genetische varianten zijn.

Met dank aan Drs. Mark Dirven van Dierenkliniek Rijen en Universiteitskliniek Utrecht en Dr. Valérie Bavegems van Universiteitskliniek Gent

 


 

 Monique & Saskia
Reinoutlaan 161
5665AR Geldrop
0031-(0)40-2853613



 

 Copyright © 2009 by author all rights reserved Cattery Free